Veelgestelde vragen uit: www.Kwaliteitsinstituutdyslexie.nl
(aan de antwoorden op onderstaande vragen kunnen geen rechten worden ontleend).
Wat is de leeftijdsgrens van een leerling om voor vergoeding in aanmerking te komen?
De vergoedingsregeling voor ernstige, enkelvoudige dyslexie geldt in het primair en het speciaal onderwijs voor leerlingen van 7 jaar en ouder. De regeling wordt geleidelijk, over een aantal jaren, ingevoerd. Dat betekent dat in 2009 diagnostiek en behandeling worden vergoed voor alle leerlingen waarbij de zorg (inclusief diagnostiek) start op de leeftijd van 7 of 8 jaar. Elk jaar wordt de leeftijdsgrens met een jaar opgetrokken totdat in 2013 alle leerlingen van 7 jaar en ouder in het primair en speciaal onderwijs in aanmerking komen voor vergoede zorg in het kader van deze regeling, mits zij voldoen aan de voorwaarden die de regeling stelt.
Wat de leeftijdsgrenzen betreft is dus het moment waarop de zorg (inclusief diagnostiek) aanvangt bepalend. De regeling geldt niet voor leerlingen in het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
Jaar – Leeftijd bij aanvang van de zorg
2009 – 7 of 8 jaar
2010 – 7, 8 of 9 jaar
2011 – 7 t/m 10 jaar
2012 – 7 t/m 11 jaar
2013 – 7 jaar of ouder
Waarom vallen kinderen die ouder zijn dan 8 jaar, in 2009 buiten de regeling?
Er is gekozen voor een ingroei model om te voorkomen dat een te grote groep leerlingen in één keer een beroep doet op diagnostiek en behandeling van dyslexie. Als gevolg daarvan zouden wachtlijsten ontstaan en zou de benodigde zorg onvoldoende (tijdig) geboden kunnen worden. Een geleidelijke invoering van de vergoedingsregeling maakt het mogelijk om het aantal leerlingen dat een aanspraak doet op vergoede diagnostiek en behandeling, goed te laten aansluiten op het aantal behandelaars dat beschikt over de juiste kennis en ervaring.
Volgens het ingroei model schuift elk kalenderjaar de leeftijdsgrens met een jaar op, totdat in 2013 de zorg wordt vergoed voor alle leerlingen in het primair en speciaal onderwijs van 7 jaar en ouder.
Voor uitvoering van de vergoedingsregeling is jaarlijks € 27,9 miljoen beschikbaar. In het kader van het ingroei model wordt dit bedrag tot en met 2013 jaarlijks met € 1,4 miljoen opgehoogd.
Bij wie moeten we een dyslexieonderzoek aanvragen bij een vermoeden van ernstige dyslexie? Waar moeten de leerling-gegevens naartoe?
Het is niet de school die het dyslexieonderzoek aanvraagt. Dit doen de ouders. De ouders zijn in principe vrij in de keuze van de diagnosticus/behandelaar waar zij hun kind aanmelden. Het kan echter zijn dat er ten aanzien van de keuze die ouders hebben, nadere voorwaarden zijn opgenomen in de polisvoorwaarden van hun zorgverzekering. Het is voor ouders daarom van belang de polisvoorwaarden van hun zorgverzekering hierop goed na te kijken.
Uiteraard kan de school de ouders een diagnosticus/behandelaar aanbevelen waarmee zij goede ervaringen of een goede samenwerkingsrelatie heeft. Voor de aanmelding geeft de school het leerlingdossier aan de ouders.
Wat moet de school aanleveren in het leerling-dossier?
Het dossier dat de school aanlevert en waarmee ouders zich aanmelden bij een diagnosticus bevat:
• basisgegevens uit het leerlingvolgsysteem;
• een beschrijving van het lees- en spellingprobleem;
• signalering van het lees- en spellingproblemen: datum, toets (criteria, score), afgenomen door…;
• omschrijving van de extra begeleiding (doelen, duur, inhoud, organisatievorm, begeleider);
• resultaten van de extra begeleiding en beschrijving van gebruikte toetsen en normering;
• vaststelling van toenemende achterstand ten opzichte van de normgroep, met vermelding van toetsen en normcriteria;
• argumentatie voor het vermoeden van ernstige dyslexie: aantonen van didactische resistentie na geboden begeleiding van voldoende intensiteit en kwaliteit;
• indien bekend, vermelding en beschrijving van eventuele andere (leer)stoornissen.
Het dossier wordt getekend door de directeur van de school, namens het bevoegd gezag.